Repair Care geeft antwoord
Logisch dat er vragen bij u opkomen over het bedrijf Repair Care, het gebruik en de toepassing van het product of bijvoorbeeld vragen over veiligheid. Op deze pagina geeft Repair Care antwoord op de meest gestelde vragen. Mocht er toch nog een vraag onbeantwoord blijven, twijfel dan niet om contact op te nemen met Repair Care. Een specialist zal uw vraag persoonlijk en zo goed mogelijk beantwoorden.
De kokers moeten schud-, schrap- en schraap leeg zijn om tot het gewone afval te mogen behoren. Het spuitmondje bevat echter altijd een kleine hoeveelheid onvermengd product en zal daarom afgesneden moeten worden en bij het klein chemisch afval worden afgevoerd.
Om te kunnen bepalen hoe de epoxy is gaan scheuren zijn er meerdere zaken van belang.
- Is er voldoende goed gemengd en was de mengverhouding in orde?
- Bevat de reparatie overal (dus ook aan de randen) minimaal 5 mm laagdikte?
- Is de reparatie gelijkmatig zonder externe warmtebronnen uitgehard?
- Is de reparatie goed opgebouwd (zonder lucht insluiting)?
Raadpleeg bij twijfel altijd even één van onze specialisten.
Bij het gebruik van reparatiepasta moet er een goede verbinding ontstaan tussen pasta en hout, omdat de pasta te stevig is om goed in de ondergrond te dringen. Om daar een stevige verbinding aan te gaan met de houten ondergrond, wordt hiervoor eerst een (vloeibare) epoxy hechtprimer aangebracht welke een verbinding gaat vormen met de, later aan te brengen, epoxypasta.
Nee. DRY FIX® stopt houtrot niet, maar verstevigd de ondergrond voor een optimale hechting van de pasta. Om houtrot te stoppen dient deze ruimschoots tot in het gezonde hout verwijderd te worden. Er bestaan geen middeltjes om houtrot te stoppen.
Op natuurlijke wijze laten drogen. Als je geforceerd droogt wordt alleen de oppervlakte even kortstondig droog en het resterende vocht het hout verder ingeduwd. Dit wil er echter zo snel mogelijk weer uit en zal snel de oppervlakte weer bereiken.
Een minimale laagdikte van 5 mm is noodzakelijk voor het opvangen van spanningen bij reparaties met DRY FLEX® 1, 4, 16 en IN en de BIO FLEX® ALLROUND EN COOL.
De uitharding van DRY FLEX® en BIO FLEX® is door zijn karakter (chemische uitharding) afhankelijk van massa en (omgevings-)temperatuur. Een grotere laagdikte (is meer massa) of een hogere temperatuur betekent een snellere uitharding. Een kleinere laagdikte (is minder massa) of een lagere temperatuur betekent een langzamere uitharding.
Ja, mits de temperatuur van zowel lucht als ondergrond boven 0°C ligt. Bij temperaturen vanaf 0°C kan gewerkt worden met de DRY FLEX® 1 en 4 en de BIO FLEX™ COOL EN ALLROUND. De DRY FLEX® 16 wordt geadviseerd om boven de 10°C te gebruiken. Let bij lagere temperaturen wel op dat zich geen condens op het te repareren oppervlak vormt.
Een epoxy is vanuit zichzelf niet UV-bestendig. Onder invloed van zonlicht (UV) zal epoxy in de tijd donkerder kleuren en kan in toplaag een craquelé-effect ontstaan. Om van een duurzame reparatie te kunnen spreken is het daarom noodzakelijk om de reparatie te over te schilderen.
Tijdens de uitharding van epoxy ontstaat aan buitenzijde een wasachtig laagje dat vettig aanvoelt, de zgn. aminelaag. Op deze aminelaag is geen goede hechting en droging van het verfsysteem of plamuur (DRY FLEX® SF) te krijgen. Door schuren van de toplaag is deze aminelaag eenvoudig te verwijderen.
Voor het repareren hanteren we de vuistregel. Wordt een pastareparatie groter dan een vuist, dan is lamineren een goedkopere oplossing. Komt de aantasting ook achter de glaslijn dan moet men overgaan naar een deelvervanging. Afhankelijk van de gebruikte pasta en/of toepassing kan men tot 50 mm diep (DRY FLEX® 16, BIO FLEX™ COOL en de DRY FLEX® 4 <10°C ) repareren.
Na uitharding van een laag pasta kan er altijd, nadat de aminelaag is verwijderd, een nieuwe laag pasta of plamuur (DRY FLEX® SF) overheen worden gezet.
We adviseren beschermende handschoenen te dragen om huidcontact met epoxy te vermijden. Hiervoor is nitril bij uitstek geschikt. Latex, vinyl, schilderhandschoenen etc. beschermen onvoldoende.
Ja, de DRY FLEX® SF is een plamuur en is te gebruiken voor natuurlijke scheurtjes en kleine gebreken (< 6mm) in nieuw en ongelakt hout. Eventueel opstaande houtvezels op het contactoppervlak zijn te verwijderen door middel van schuren.
DRY FLEX® en BIO FLEX™ producten zijn overschilderbaar met alle verfsystemen (A-merken).
Om hout te kunnen ontsteken is een temperatuur van >270°C nodig. De temperatuur van uithardende DRY FLEX® zal deze temperatuur niet bereiken. Er dient wel op gelet te worden dat de uithardende epoxy niet boven zijn maximaal toelaatbare temperatuur komt want hierdoor maakt de epoxy zichzelf “kapot” en zullen de elastische eigenschappen deels teniet gedaan worden. Let dus op direct zonlicht, hoge luchttemperaturen en de hoeveelheid gebruikte pasta.
Een aantal eigenschappen van de epoxy verdwijnen als deze over de houdbaarheidsdatum is. Gebruik na deze datum is daarom niet aan te bevelen.
Het is niet nodig DRY SEAL™ MP te schuren voor het overschilderen. Als het schilderen langer op zich laat wachten of de MP erg vervuild is, dan is het raadzaam DRY SEAL™ MP licht op te schuren om een betere hechting van de verflaag te verkrijgen. Door invloed van zonlicht kan de MP licht verkleuren.
Dit is een epoxy zonder vulstoffen.
Toevoeging van (goedkope) vulmiddelen – zoals glasparels of krijtstoffen – resulteert in aanwezigheid van ongebonden componenten na uitharding. Door het inleveren van elasticiteit door gebruik van vulstoffen wordt een reparatie gevoelig voor scheuren en onthechting.
Draaiende delen zoals ramen en deuren hoeven bij schade niet per definitie vervangen te worden, ze kunnen in levensduur worden verlengd door ze te repareren. Bij het bepalen of schade aan draaiende delen in aanmerking komt voor herstel moet rekening worden gehouden met de volgende zaken:
- Draaiende delen moeten zijn vervaardigd van massief hout. Draaiende delen met een holle kern, volspaan kern, vervaardigd van multiplex, MDF of overeenkomstige materialen vallen buiten garantiebepalingen.
- Indien verbindingen aan zowel buitenzijde als binnenzijde open staan, adviseren wij reparatie aan zowel buiten- als binnenzijde door te voeren.
- Draaiende delen vervaardigd van inferieure houtsoorten zullen na herstel niet verbeteren qua duurzaamheidsklasse maar hetzelfde blijven.
De uitgeharde pasta moet altijd worden geschuurd om de vettige amine laag te verwijderen. Belangrijk is dat hierbij niet teveel warmte wordt toegevoerd door lang schuren. Begin met korrel 80 en schuur daarna nog even na met korrel 150 of hoger voordat het verfsysteem wordt aangebracht.
Jazeker, de pasta’s laten zich bijzonder goed aankleuren. Gebruik hiervoor kleine hoeveelheden niet water-gedragen pigmenten.
De DRY FLEX® SF hecht prima op verf, maar de vraag is dan: hoe vast zit de verf op het hout? De verf is hier dan de zwakste schakel. Wij adviseren onze producten altijd aan te brengen op een kale ondergrond.
Dan krijg je geen goede hechting met de pasta aan de ondergrond. De reparatiepasta reageert deels met het vocht in het hout en zal niet de beoogde eind eigenschappen krijgen. Dit resulteert in een reparatie die niet duurzaam is.
Ja. De oppervlakte van de pasta gaat reageren met het vocht uit de lucht, zal niet meer volledig uitharden en dient verwijderd te worden.
Dit heeft te maken met het zwel en krimp gedrag van het hout, en wat de pasta niet kan imiteren. Als er goed gerepareerd is zal dit niet tot schades leiden maar is dit meer een esthetisch probleem.
De grondstoffen van de BIO FLEX™ producten bestaan voor een deel uit biobased grondstoffen. Dit zijn herwonnen grondstoffen uit restproducten, bijvoorbeeld afkomstig uit de voedingsmiddelenindustrie.
De epoxy is ten tijde van het schuren volledig uitgehard. Hierdoor zijn geen nitril handschoenen meer noodzakelijk. Verder gelden dezelfde voorzorgsmaatregelen als bij normaal hout schuren. Dus zorg voor een goede stofafzuiging.
Nee. De minimale laagdikte voor deze pasta’s is 5mm. Gebruik voor plamuren de DRY FLEX® SF.
Op ons kunststof mengplateau hecht geen epoxy. De witte kleur vergemakkelijkt het controleren van ons mengkleurcontrolesysteem.
TNO in Delft heeft sinds 1995 op basis van praktisch onderzoek en evaluatie een onderzoeksprogramma ontwikkeld om de houdbaarheid en duurzaamheid te testen van de producten die ingezet worden ter reparatie van ramen en kozijnen. Alle producten van Repair Care zijn naast eigen testen in ons eigen laboratorium volgens de TNO methode getest. Daarnaast test Repair Care zelf al meer dan 20 jaar met een eigen teststation in de Oostenrijkse Alpen. Inmiddels zijn alle producten KOMO gecertificeerd en worden regelmatig getest door SHR. Ook worden er diverse testen uitgevoerd door buitenlandse onderzoekscentra (IFT en TÜV).
Herstellen volgens Repair Care werkwijze P2.
Zoals aangegeven in de werkwijzen dienen deze ook aan de binnenzijde hersteld te worden conform werkwijze P10.
De minimale laagdikte van de werkwijzen gelden ook voor de draaiende delen.
Tip: let op bij werkwijze P2 ter plaatste van de slisverbindingen (pen- en gatverbinding) kan het betekenen dat je iets dieper moet frezen om de buitenste pen door te frezen zodat de massa verdeeld wordt over de beide onderdelen van de verbinding.
Verlenging van de levensduur van draaiende delen en een mooie besparing van de CO₂-uitstoot.
Dat is afhankelijk van de aard en de omvang van de schades en de vervangingswaarde van het draaiende deel. Het een en ander kan inzichtelijk gemaakt worden d.m.v. onze inventarisaties.
Nee.
Ja, mits aan de gebruikelijke voorwaarden voldaan wordt.
Ja, volgens de Repair Care werkwijzen.
Alleen massieve (volhouten) deuren en ramen zijn getest en vallen daarmee onder de Repair Care werkwijzen. Heb je twijfels? Neem dan contact op met ons.
Ja, volgens Repair Care werkwijze P2.
Ja. Tip: let op dat het glas beschermd wordt en niet verlijmd wordt met DRY FLEX®/BIO FLEX™.